Sinterklaas en de credit cards
Ik weet het nog goed het moment toen ik begon te denken hoe doet sinterklaas de dingen die hij doet.
Hoe kan dat toch hoe kan de sint op een avond bij alle kinderen cadeautjes brengen. Hij heeft een hoop Pieten die hem helpen die heb ik op tv gezien, hoeveel waren het er? Honderd? misschien iets meer. Hij is ook een beetje oud dus heel soepel zou hij niet meer zijn, maar hij heeft dat paard. Ja dat paard is gewoon speciaal getraind om hem over daken te lopen dat weet ik zeker. En die ring die mooie grote gouden ring met een enorme rode steen er in. Linda van de opvang zij tegen me dat die ring magisch was en dat de sint daardoor zou oud kan worden zo lang hij hem omdraagt.
Oké, het paard brengt hem rond en de ring houd hem in leven maar die pakjes dan? er is nooit genoeg tijd voor de sint om al die pakjes in een avond te bezorgen. Als hij bij mij langs geweest is moet hij ook naar Groningen toe toch? daar wonen opa en oma en dat is zeker vier uur rijden met de auto, dat zegt papa immers altijd. En hoe betaald hij dit? De sint krijgt alleen maar wortels en tekening zou hij die verkopen? Nee dat zou hij nooit doen, ik weet het de sint werkt natuurlijk samen met alle ouders van alle kinderen maar dat mogen de ouders natuurlijk niet zeggen. De ouders geven de sint allemaal hun credit card zodat de sint het geld heeft om de cadeautjes te kopen en daarna geeft de sint de credit card weer terug. Daarom zijn er kinderen die minder krijgen dan anderen want niet alle ouders hebben natuurlijk zo veel geld.
Maar hoe bezorgt hij ze dan? Er is gewoon niet genoeg tijd zouden er dan zo veel pieten zijn? Ik heb nog nooit gehoord dat er iemand is die de cadeautjes niet op tijd gekregen heeft.
Willem! Ik kijk opzij en zie mijn moeder. Ik was zo in gedachten gevallen dat ik vergeten was dat ik in de auto zat en dat we naar huis aan het rijden waren. Mijn ogen jeukte nog helemaal van het gloor en mijn handen waren helemaal gerimpeld, ik had het ook kout want ik had mijn haren niet goed afgedroogd voor we weg gingen. Willem! ja zeg ik.
Weet jij het geheim van sinterklaas? Zegt mijn moeder. Uhm alle ouder geven hun credit card aan sinterklaas en hij koopt de cadeautjes en dan geeft hij de cadeautjes aan jouw?
Mijn moeder kijkt me glazig aan en is nog even aan het verwerken wat ik zojuist gezegd heb. Nee gek, ik en papa zijn altijd al sinterklas geweest en alle ouders doen dat zo voor hun kinderen. Oh zeg ik, ja dat kan natuurlijk ook.
Een onverwachts verjaardagscadeau 
“Het is geregeld” zegt hij terwijl de familie op mijn verjaardag op bezoek is. Ik voel een kout deken over me heen vallen en ik kan geen word meer uitbrengen. Hij gaat het huis verlaten en daar kom ik nu achter. Ik kijk de kamer rond en zie iedereen glimlachen en hem veel succes wensen. Ik kan het niet geloven. Hij is de genen waar ik over moest waken, hij is de genen die ik altijd als eerste opzoek als ik thuis kom. Inmiddels is hij van de deur al weer naar de bank gelopen tussen alle mensen door en gaat hij daar zitten met een grote glimlach op zijn gezicht. En wanneer ga je dan, Heb je al een bed, Waar is het dan ergens? Al deze vragen en ik voel mijn gezicht tintelen, het vocht in mijn ogen komt naar boven en ik weet niet meer naar waar ik moet kijken. Ik zie alle momenten in mijn hoofd voor bij flitsen. Samen lunchen voor de tv, de spellen die we als kinderen samen spelden of alle keren dat hij me hielp als ik weer eens iets niet begreep met lezen. Het voelt alsof ik hem voor altijd ga verliezen.
Naar de keuken, daar sta ik even uit het zicht. Ik trek de koelkast open en kijk naar de inhoud. Ik heb niks nodig maar het geeft me even het gevoel dat ik mijn hooft onder het zand kan steken. ik wil het niet horen! Ik kan niet te lang hier blijven staan anders hebben ze door dat er iets aan de hand is. Ik wil niet dat mijn familie merkt dat ik wel kan janken op mijn eigen verjaardag. ik veeg een keer door mijn ogen pak de cola en smijt de koelkast dicht. Terwijl ik mijn glas in  schenk zeg ik tegen mijzelf “get your shit togheter”. Ik neem een keer diep adem en loop met een neppe grijns terug naar de woonkamer. De rest van de avond komt er totaal niets bij me binnen en ik ben blij als iedereen weg is, zelfs Hij. Ik ga zo gewoon mogelijk richting bed, want morgen moet ik weer vroeg op werk zijn. Ik sluit de deur van mijn slaap kamer achter me terwijl ik mijn ouders een goedenacht wens. Ik loop richting mijn bed en voel bij elke stap het masker van mijn gezicht zakken. Ik stap in mijn bed kijk naar het dak en de tranen springen in mijn ogen. Ik denk “Zo gaat het leven soms, er vertrekken mensen zomaar uit het niets, maar hij is mijn Broer en hij komt wel weer een keer terug…toch?”
“Wie niet horen wil….moet voelen”
Muziek, Muziek vind ik altijd een moeilijk verhaal. Ik luister naar muziek net als iedereen en vanuit thuis uit word er zelfs veel muziek geluisterd. Maar ik merk sinds jongs af aan dat ik niet zoals de meeste de emotionele verbinding heb met muziek. Ik heb heel mijn leven al geen favoriete nummer of genre waar mijn voorkeur  heen gaat. Het is niet dat ik niks voel maar ik denk dat ik muziek gewoon neem voor wat het is “Geluid”.
Veel mensen zetten muziek aan bij bijvoorbeeld reizen of tijdens het werk, om op deze manier tijd te doden of de stilte te verbreken. En als ik mensen dan vertel dat ik vaak zonder muziek ga reizen of werken kijkt iedereen me vaak raar aan. Ik denk er gewoon niet aan in het moment.
Maar er zijn wel nummer waar ik graag naar luister alleen als iemand me dan vraagt waarom ik er dan graag naar luister kan ik er geen worden aan geven. Mijn eigen playlist is ook een beetje een mix van verschillende soorten muziek die soms best wel ver uit elkaar liggen qua stijl. Een van de nummers in mijn lijst is bijvoorbeeld “Take me Home” een bekend country nummer maar een plek daar onder in de lijst heb ik weer “The Top” staan een hoog tempo nummer uit een bekende animatie serie.   
Ik heb er zelf een theorie op bedacht ooit, ik denk dat ik de muziek meer ervaar in de manier van geluidsgeloven. Dus een specifiek ritme of toon hoogte galmt fijn door mijn lichaam heen gaan en ik denk dat ik dat prettig vind aan de nummers die ik luister. Het schud mijn lichaam wakker maar dan letterlijk!
Het Gebouw

En naar maten ik  nader en he aroma van bloed in de lucht zit komt het gebouw voort uit het duister. Naarmate ik dichter bij kom en het aroma van bloed dat in de lucht moet zitten, proef op mijn lippen, lijkt het gebouw uit het duister te treden.
Het is een enorme, glorieuze cluster van bakstenen en glas die bij elkaar gesmolten is met klei. Uit deze stenen tumor die de Volgers hun kathedraal noemde groeide honderden torens in de vorm van horens, die elk uur hun hypnotiserende gezang laten horen, om zijn hun troepen op te roepen die als nachtvlinders die aangetrokken worden door zijn op het licht.
Het voetstuk van het gebouw werd wordt onheilspellend verlicht door tientallen brandende kruisen vergezeld met gedragen door Volgers die hun rituelen doen om het Monsterlijke gebouw te vereren alsof het een levend, ademend wezen is. Alles vertelde vertelt mij om terug te keren maar het trok trekt me juist mij naar binnen.
Ik nader de poort van Het gebouw en het kwaadaardige gefluister van de Volgers resoneert in mijn hoofd, de deuren lijken zich zelf te open en het voelt nu alsof ik naar binnen wordt gedragen met de onzichtbare armen van Het gebouw die hun grip om mij verstevigen. Het gefluister veranderde verandert in naar hysterisch gelachen, angst zweet liep loopt over heel mijn lichaam heen maar ik wil naar binnen, nee Het gebouw wil dat ik naar binnen kom. Ik ben de controle over mijn eigen lichaam volledig kwijt, verlamd. De duisternis droop druipt als koud water uit de poort, meer stemmen betreden mijn hoofd en vragen of ik binnen wil komen. Ik probeer me te verzetten, maar het was is te laat.
“Wil je binnenkomen sprak spreekt een stem uit het duister?” Ik staar in de duistere poel. “Kom maar binnen, heb je het niet koud?”  echoot de stem. Ik kan me niet meer verzetten, “Ja” fluister ik, “ik wil binnen komen”.  Ik betreed het duister en ik voelde de duisternis over me heen komen als een donker nat laken. Het was is alsof ik blind ben voor de  doodse stilte. Het enige wat ik kan horen is mijn eigen zware adem. Ik beweeg me vooruit en ik voel de ondergrond als een natte spons meeveren met elke stap, het was al een natte spons. Langzaam maar zeker komt er een nieuw geluid uit het duister. Het klinkt als een zwaar gebonk maar dan op een ritme. “Welkom”  zegt een zware duistere stem. Ik kan geen woorden vinden voor wat zie daarna zie. Het kan alleen beschreven worden als iets wat niet van deze wereld is. Het enige menselijke aan het torenhoge en toch opgevouwen gedrocht is de reusachtig oogbal die naar mij en mijn ziel kijkt. “Welkom” sprak het, “wat fijn dat je er bent.”

You may also like

Back to Top